Pijn
Pijn en onveiligheid maken het lastig om ontvankelijk te zijn voor het hart. Met name als het over dagelijkse behoeften gaat, maar vooral als het over wezenlijke zaken gaat. Die raken het hart. De natuurlijke reactie is dan "het hart vasthouden", of een brok in je keel, of een klomp in je maag, of hoofdpijn of een emotioneel harnas. Emotionele pijn waartegen je je wilt verweren geeft altijd emotionele én lichamelijke verstrakking. Maar het hart is dan al pijnlijk geraakt. Je gaat dan vanzelf alles doen om te voorkomen dat je weer zo pijnlijk geraakt wordt door je te pantseren. Pantseren zorgt dat er niks in kan,maar de pijn die in het hart zit, kan er zo ook niet meer uit en raakt daarin opgesloten. Zo verleidt onze behoefte aan bescherming ons om de reeds veroorzaakte pijn in te kapselen en om ons in onze schulp terug te trekken van daaruit naar buiten te spieden om te zien of we ons nog verder terug moeten trekken of in de aanval moeten gaan. Zo komt het dat we onze eigen pijn het gemakkelijkst op het spoor komen op momenten dat we met name oordelend en afkeurend naar de ander wijzen. Als we ons blik naar buiten gericht hebben, herkennen we aan de bedreiging buiten ons wanneer we in de buurt van onze eigen pijn komen. Juist dàn is het zaak om de blik naar binnen te werpen en op zoek te gaan naar je eigen pijn.
Als er veel pijn in het hart ingekapseld zit, is het ook lastig om met het hart te kijken en om je in je hart te laten raken omdat dan ook die ingekapselde pijn mee gaat stromen. En als die pijn je teveel is, kan je je weer verharden om hem te verdoven. Dus het is de pijn die in je hart is ingekapseld, die bepaalt in hoeverre je met je hart kan kijken en je je in je hart kan laten raken.
Pijn, verlangen en hart
Als het gaat om investeren in het hart als verbindende maatschappelijke schakel, is pijn een cruciaal thema. Wij gaan hier nu in onze cultuur mee om volgens de slogan: pijn is niet fijn; weg ermee. Pijn willen we geen van allen. Dus als je pijn in het hart draagt, is het niet fijn en blijven we daar dus bij weg. Maar het inkapselen van pijn is geen alternatief. Pijn is juist een belangrijke indicator dat er iets niet goed zit.
Pijn ontstaat al wanneer dagelijkse behoeften niet voldoende vervuld worden. Bij behoeften kan je denken aan alles wat je nodig hebt van je omgeving. Er zijn lichamelijke behoeften zoals eten, drinken, je ontlasting kwijt kunnen, slapen, je energie goed kwijt kunnen, gezond zijn en je energiek voelen; en er zijn emotionele behoeften die gaan over erkenning, waardering, goedkeuring, acceptatie, dat ze blij met je zijn, vertrouwen, erbij horen, opwinding, plezier, veilig zijn. En tot slot is er de pijn van het diepste verlangen om jezelf trouw te zijn en je thuis te voelen in je eigen leven.
Als aan deze behoeften niet voldoende voldaan wordt, kan je in de overlevingsstand terecht komen, waarbij je je hard maakt, voordurend op je hoede en klaar bent voor de strijd, en zo de verbinding met het hart kwijt raakt. Dan overleef je wel, maar de prijs die je daarvoor betaalt is innerlijke eenzaamheid, een leven waarin je niet jezelf kan zijn, in verbinding kan leven en je op je gemak en thuis kan voelen. Dat gaat op den duur knagen, en heel vaak in, wat wel de midlifecrisis wordt genoemd. Wij noemen dat altijd de midlife-kans omdat je dan de kans hebt om een nieuwe keuze te maken, namelijk of je leven moet gaan over je behoeften of over wie je bent.
Emotionele pijn die gaat over dagelijkse emotionele behoeften wijst vaak op diepere verlangens.
Bij diepe pijn leert de praktijk dat er sprake is van het wezenlijk verlangen dat elk mens (bewust of onbewust) het hart wil kunnen volgen, zichzelf wil zijn en zich verbonden wil voelen met de mensen om zich heen, zichzelf wil herkennen in wat hij doet, en zijn relaties als zijn thuis ervaren waarin hij zich vrij voelt om tot bloei te komen, zijn liefde vrij te laten stromen en op zijn manier aan deze wereld bij te dragen.