Hoe werk ik met burnout?
Iemand die met burnout mijn hulp inroept vraag ik om te beginnen om goed voor zijn lijf te zorgen. Goed en matig eten en drinken, bewegen, rek- en strekoefeningen, sporten. Niet om te presteren maar om je lijf te voelen, ervan te genieten, het los en soepel te maken. Maar vooral om de lijfelijke signalen weer te leren voelen. Dé grote kwaliteit van het lichaam is dat het er nú is en niet gisteren of morgen. Het is dé verbindingsschakel die je terugbrengt naar de werkelijkheid van nu. Als je goed voelt wat er in je lijf gebeurt, kom je gemakkelijk op het spoor van wat er aan de hand is en wat je eigenlijk wilt. Hiervoor is nodig dat je rust neemt, tijdelijk niet werkt, de tijd neemt om erbij stil te staan en te proeven wat je goed doet, hoeveel energie je eigenlijk nog hebt en waarvoor en wat je energie geeft. Kan je accepteren dat je nooit meer de oude wordt?
Mijn tweede verzoek is om opnieuw te investeren in een persoonlijk netwerk. Sociale contacten vormen dé mogelijkheid om geleidelijk aan weer uit de schulp te komen, de wereld opnieuw tegemoet. Een mens leeft pas echt in contact met anderen. In dat contact kan je pas goed voelen wie je bent en wie je wilt zijn.
Ten derde bekijken we de vragen of dit (het oude) werk wel bij je past, of je het met hart en ziel doet, met passie, ben je er goed op voorbereid, past de manier van werken bij jou; passen missie, waarden en bedrijfscultuur van het werk bij jou?
In therapeutisch en spiritueel opzicht is burnout niet alleen een proces waarmee de persoon zich terugtrekt. Het verheugende is dat de persoon hiermee vooral zijn authentieke kern, zijn ziel, beschermt en onbeschadigd bewaart. Hier ligt het perspectief van begeleidingsprocessen die door mij in mijn praktijk "Op eigen koers" en door anderen worden verzorgd. De kramp waarin iemand met burnout is geraakt, is een mechanisme om zichzelf, wie hij eigenlijk is, te beschermen. Het is dus een vergissing als hij denkt dat hij die kramp is. Als je in die kramp zit is je blikveld vernauwd waardoor het lijkt alsof je op een doodlopende weg zit.
In mijn begeleiding spreek ik mensen dus niet aan op dat beschermende mechanisme maar op hun beschermde kern die onbeschadigd is en elk moment volledig beschikbaar is. Het is voor mij dus helemaal niet nodig om je angsten en je afweermechanismen door te werken en uit te werken en uit te acten. Het gaat mij erom de afweermechanismen en de pijn waar ze tegen afweren, onder ogen te zien, ze los te laten en stil te staan bij wat je hart je ingeeft en te doen wat je dus eigenlijk wilt. Het loslaten van je afweermechanismen en het prijsgeven van de behoeften die achter de pijn schuil gaan, biedt je zo de vrijheid om te leven volgens je eigen hart en je eigen bezieling. Dat is een vorm van meesterschap waarmee je jezelf op je eigen koers houdt. Dat is voor mij de kern.